Elektrische auto in 2026: wat verandert er?
De fiscale voordelen voor elektrische auto’s worden in 2026 verder afgebouwd. Waar elektrisch rijden de afgelopen jaren sterk werd gestimuleerd met subsidies en belastingkortingen, verschuift het beleid steeds meer richting gelijkstelling met brandstofauto’s. Dat betekent hogere kosten voor zowel particuliere als zakelijke rijders. Dit zijn de belangrijkste veranderingen op een rij.
Subsidies voor elektrische auto’s verdwijnen grotendeels
In 2026 zijn er geen landelijke aanschafsubsidies meer voor elektrische personenauto’s. De bekende regelingen, zoals de SEPP-subsidie voor nieuwe en gebruikte elektrische auto’s, zijn beëindigd en hebben geen opvolger gekregen. Daarmee komt er een einde aan directe financiële steun bij de aankoop van een elektrische auto.
Wel kunnen er nog regionale of gemeentelijke regelingen bestaan, bijvoorbeeld voor laadpalen of deelmobiliteit. Deze verschillen per regio en zijn vaak beperkt van omvang. Voor particulieren en bedrijven betekent dit dat de aanschafprijs van een elektrische auto in 2026 volledig voor eigen rekening komt.
Wegenbelasting gaat fors omhoog
Een van de grootste veranderingen in 2026 is te zien bij de motorrijtuigenbelasting (MRB). Elektrische auto’s waren jarenlang volledig vrijgesteld, maar die vrijstelling is al afgebouwd en wordt in 2026 verder verlaagd.
Vanaf 1 januari 2026 geldt voor volledig elektrische personenauto’s nog maar 30 procent korting op de wegenbelasting. Dat betekent dat eigenaren ongeveer 70 procent van het normale MRB-tarief gaan betalen. Omdat elektrische auto’s vaak zwaarder zijn dan vergelijkbare benzineauto’s, kan het maandbedrag daardoor flink oplopen.
Voor plug-in hybrides en elektrische bestelauto’s vervallen in 2026 de kortingen volledig. Zij betalen vanaf dat moment het volledige MRB-tarief.
Bijtelling voor zakelijke rijders stijgt verder
Ook voor zakelijke rijders verandert er het nodige. De lagere bijtelling voor elektrische auto’s blijft in 2026 bestaan, maar wordt opnieuw iets verhoogd.
In 2026 geldt een bijtelling van 18 procent over de eerste 30.000 euro van de cataloguswaarde. Over het bedrag daarboven betaal je het reguliere tarief van 22 procent. In 2025 lag het verlaagde tarief nog op 17 procent, waardoor elektrisch rijden zakelijk iets minder aantrekkelijk wordt.
De overheid heeft al vastgelegd dat deze korting de komende jaren verder wordt afgebouwd. In 2027 stijgt de bijtelling naar 20 procent en in 2028 verdwijnt het voordeel volledig en geldt voor elektrische auto’s hetzelfde tarief als voor benzine- en dieselauto’s.
BPM blijft ook voor elektrische auto’s gelden
Naast de veranderingen in subsidies, MRB en bijtelling blijft ook de BPM een kostenpost. Sinds 2025 betalen kopers van nieuwe elektrische auto’s een vaste BPM-heffing. In 2026 blijft deze heffing bestaan en kan deze zelfs licht stijgen. Daarmee is ook dit fiscale voordeel definitief verleden tijd.
Elektrisch rijden wordt minder voordelig, maar blijft relevant
Alles bij elkaar genomen wordt elektrisch rijden in 2026 duidelijk duurder dan in de jaren ervoor. De overheid verschuift de focus van financiële prikkels naar andere instrumenten, zoals zero-emissiezones in steden en strengere uitstootregels.
Hoewel de kosten stijgen, blijft elektrisch rijden voor veel automobilisten interessant vanwege lagere energiekosten, minder onderhoud en de toenemende beperkingen voor voertuigen met een verbrandingsmotor. De fiscale voordelen worden kleiner, maar elektrisch rijden blijft een belangrijke pijler in de overgang naar duurzamere mobiliteit.
