Zero-emissiezones: dit moet je weten om je wagenpark toekomstbestendig te maken

Sinds 1 januari 2025 zijn zero-emissiezones (ZE-zones) een feit in zestien Nederlandse gemeenten, en nog eens dertien steden volgen de komende jaren. Voor veel ondernemers en transportbedrijven betekent dit een ingrijpende verandering: bestel- en vrachtwagens die op fossiele brandstof rijden mogen deze gebieden niet langer in als ze niet aan de aangescherpte eisen voldoen. De invoering van zero-emissiezones raakt niet alleen grote logistieke spelers, maar ook talloze mkb’ers en lokale ondernemers die afhankelijk zijn van mobiliteit binnen de stad. 

De nieuwe regels roepen veel vragen op: waar gelden de zones al, waar nog niet, en hoe houd je als ondernemer je dienstverlening op peil zonder in te leveren op bereikbaarheid of kostenbeheersing? Webfleet – wereldwijd expert in wagenparkbeheer – schept daarom duidelijkheid.

Uitbreiding zero-emissiezones

Het doel van zero-emissiezones is om de luchtkwaliteit te verbeteren en de CO2-uitstoot te verminderen, met name in stedelijke gebieden. Wat begon met een aantal grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, breidt zich in een snel tempo uit. Inmiddels zijn in zestien gemeenten ZE-zones actief, en dertien andere staan klaar om te volgen. Naar verwachting komen daar de komende jaren nog meer bij. Op deze live-kaart is te zien waar alle huidige en toekomstige zero-emissiezones liggen, en vanaf wanneer deze gelden.

Welke wagens worden geweerd?

De zero-emissiezones gaan niet voor alle voertuigen tegelijk in, maar worden stapsgewijs ingevoerd. Zo zijn sinds 1 januari 2025 al Euro 6-bakwagens en trekkers ouder dan 8 jaar en nieuwe vracht- en bestelwagens verboden in deze zones. In de jaren die volgen, worden steeds meer voertuigcategorieën uitgesloten:

• 2027: Euro-5 bestelwagens
• 2028: Euro-6 bakwagens uit 2017, 2018 of 2019 en Euro-6 bestelwagens
• 2030: alle niet-elektrische vracht- en bestelwagens

Om er zeker van te zijn of jouw voertuig een emissiezone nog wel of niet meer in mag, kun je dit controleren met de kentekencheck.

Bestel- en vrachtwagens die elektrisch of op waterstof rijden, zijn wél toegestaan in de zero-emissiezones. Nu zero-emissiezones in steeds meer gemeenten gelden wordt het dus steeds aantrekkelijker om over te stappen op elektrische voertuigen. Een aantal dingen om rekening mee te houden:

1. Total Cost of Ownership (TCO)

Hoewel elektrische voertuigen in de aanschaf vaak nog duurder zijn dan brandstofvarianten, ligt de Total Cost of Ownership (TCO) vaak juist lager. Elektrisch rijden betekent namelijk besparen op brandstof- en onderhoudskosten. Volgens Webfleet besparen vloten met EV’s gemiddeld 5.665 liter brandstof per voertuig per jaar.

2. Fiscale voordelen

Ook op fiscaal vlak zijn er voordelen. Denk aan vrijstelling van BPM en motorrijtuigenbelasting, lagere bijtelling tot 2026, en subsidies zoals de MIA- en Vamil-regelingen. En doordat dieselvoertuigen vanaf 2025 wél BPM moeten betalen, wordt elektrisch rijden nog aantrekkelijker. Voor sommige modellen kan dit al snel €10.000 tot €20.000 aan extra kosten schelen.

3. Laadinfrastructuur

Daarnaast blijft de laadinfrastructuur zich razendsnel ontwikkelen. Nederland telt inmiddels de meeste laadpunten van Europa en wil dit aantal voor 2030 verdrievoudigen. Ook de actieradius van EV’s stijgt elk jaar: van 172 km in 2017 naar gemiddeld 333 km in 2024, en nieuwe technologieën zoals 800-volt snelladen maken opladen steeds efficiënter.

Het aanbod van elektrische bestelbussen groeit snel. Meerdere fabrikanten hebben aangekondigd vanaf 2030 alleen nog elektrische bestelwagens te bouwen, en Europese landen investeren fors in verduurzaming. Wie nu overstapt, is dus goed voorbereid op de toekomst én op alle aankomende regelgeving.