Vergelijkende analyse van warmtenetten in de praktijk: Lessen uit Denemarken voor Nederland
In Nederland stagneert de aanleg van warmtenetten. Denemarken wordt vaak genoemd als voorbeeldland, omdat de kosten voor ontwikkeling en aanleg daar lager zouden zijn. Stichting Warmtenetwerk en TNO (als onderdeel van Nieuwe Warmte Nu) hebben de oorzaken van verschillen onderzocht en ook wat Nederland kan leren van de aanpak in Denemarken. De uitkomsten zijn op 15 december gepubliceerd.
Het onderzoek is uitgevoerd via casusanalyses en interviews. De bevindingen daaruit zijn getoetst en aangevuld tijdens een werksessie met partijen uit de Nederlandse warmtesector. Voor het onderzoek hebben Deense consultants van COWI Nederlandse casussen doorgelicht om ‘haakjes’ te vinden voor een gesprek over de verschillen in onder andere werkwijze en aanpak tussen beide landen.
Verschillen tussen beide landen
De Nederlandse en Deense situatie verschillen op belangrijke punten. Zo vormen warmtenetten in Denemarken een geïntegreerd onderdeel van het nationale energiesysteem en dragen ze bij aan de totale energievoorziening. Dit is Nederland nog niet het geval. Ook de maatschappelijke acceptatie verschilt sterk. In Denemarken is het vertrouwen groot, mede doordat ongeveer 70% van de huishoudens daar al is aangesloten op warmtenetten, door de centrale rol van gemeenten en doordat warmtenetten daar als publieke nutsvoorziening worden beschouwd. In Nederland is dat vertrouwen minder vanzelfsprekend en hangt het vaak af van lokale omstandigheden.
Het rapport gaat dieper in op de verschillen tussen beide landen bij de ontwikkeling en aanleg van warmtenetten en op wat dit betekent voor de kosten. Hierbij is gekeken naar verschillen op de volgende thema’s:
- Aanpak en visie
- Techniek en uitvoering
- Financiële en institutionele randvoorwaarden
- Maatschappelijke context en participatie
Aanbevelingen voor verbetering
Het onderzoek laat zien dat er op alle onderzochte thema’s duidelijke verschillen zijn tussen Nederland en Denemarken. Zo is er bijvoorbeeld ruimte in Nederland om meer gebruik te maken van warmtebuffering, wat het systeem flexibeler maakt. Ook kan een herziening van subsidieregelingen helpen om de complexiteit te verminderen. Daarnaast kan standaardisering van technieken, richtlijnen en processen helpen de aanleg van leidingen en van woningaansluitingen te versnellen. Deze en andere verschillen bieden aanknopingspunten om de ontwikkeling en aanleg van warmtenetten in Nederland te verbeteren en kosten te verlagen.
Conclusies
Warmtenetprojecten in Nederland komen vaak tot stand onder complexe omstandigheden. Juist daarom biedt de vergelijking met Denemarken waardevolle aanknopingspunten om verbeteringen door te voeren en kosten te verlagen. Dit kan ertoe leiden dat projecten eenvoudiger gerealiseerd worden en de betaalbaarheid van warmte verbetert. De benodigde kennis en expertise is aanwezig in Nederland en kan samen met stakeholders worden benut. Stichting Warmtenetwerk en TNO/Nieuwe Warmte Nu werken graag samen met alle betrokken partijen om deze verbeteringen verder vorm te geven.
