Onbekend maakt onbemind: groen gas de verborgen pijler van de energietransitie
Aardgas is nog altijd een belangrijk onderdeel van de wereldwijde energievoorziening. We zien een verschuiving naar elektrificatie, maar sommige bedrijfsprocessen lenen zich daar (nog) niet voor. Daarom blijven moleculen een rol spelen. Gas hebben we dus nodig, maar aardgas kan inmiddels ook vervangen worden door bijvoorbeeld groen gas. Ook voor het bedrijfsleven is groen gas een interessante duurzame en hernieuwbare energiebron die ingezet kan worden voor uiteenlopende toepassingen en processen.
Tal van sectoren hebben enorme hoeveelheden energie en warmte nodig. Denk aan essentiële productieprocessen in de cementindustrie, chemie, de productie van kunstmest en minerale verwerking. Voor veel processen is gas bijvoorbeeld ook een bron van warmte. Bedenk daarnaast dat industriële processen afhankelijk zijn van specialistische machines en infrastructuur. Het is lang niet altijd financieel en technisch haalbaar om dit allemaal voor elektrificatie om te bouwen of te vervangen.
In dit soort situaties is groen gas (maar ook andere groene gassen, zoals groene waterstof) een effectief alternatief voor verduurzaming. Groen gas ontstaat door vergisting van biologische reststromen, zoals mest en gft-afval. Vergisting is een volledig natuurlijk proces waar in speciale tanks eerst biogas ontstaat. Na zuivering en opwaardering mag dit groen gas heten. Dit groen gas heeft dezelfde kwaliteiten als aardgas en kan probleemloos worden geïnjecteerd in de bestaande aardgasinfrastructuur.
Bij zuivering van het gas wordt bovendien onder meer de aanwezige CO2 verwijderd. Deze wordt vervolgens vloeibaar gemaakt en gebruikt in onder andere de glastuinbouw en de koelindustrie. Een ander restproduct, digestaat, wordt in diverse vormen gebruikt in de landbouw. Groen gas is dus niet alleen duurzaam, maar ook circulair: van reststromen worden nieuwe grondstoffen gemaakt.
De capaciteitsuitdaging van groen gas
Om de energietransitie op koers te houden, zijn er allereerst fors meer groengasinstallaties nodig. In 2022 kwam de groen gasproductie namelijk uit op een luttele 230 miljoen m3, veelal door kleinschalige (mono-)vergisters door heel Nederland. Deze vergisters verwerken vaak mest en zijn op het terrein van veehouders gebouwd, waarbij mestverwerking fungeert als aanvullend verdienmodel. Die 230 miljoen m3 is echter maar een fractie vergeleken met de Nederlandse aardgasbehoefte van 31 miljard m3 in 2022. Om écht duurzame impact te maken op het energiesysteem, hebben we dus veel meer productiecapaciteit nodig dan momenteel beschikbaar is.
Industriële productie van groen gas is dan ook een noodzakelijke aanvulling. Dit kan op basis van monovergisting, waarbij de installatie alleen gevoed wordt door mest. Het kan ook door co-vergisting, waarbij mest wordt aangevuld met andere biologische reststromen zoals graanresten, bietenpuntjes, supermarktresten of vloeibare reststromen uit de zuivelindustrie. Een derde vorm is een plantaardige vergister waarbij alleen groente- en fruitresten gebruikt worden, bijvoorbeeld als verwerking van reststromen in de onmiddellijke nabijheid van kasgebieden. Door dergelijke processen industrieel in te richten, kan een enkele grote groengasinstallatie zoals GZI North Star al zo’n 39 miljoen m3 groen gas per jaar produceren.
Over certificering en emissiereductie
Voor de zakelijke afname van groen gas zijn certificaten noodzakelijk voor de bewijslast. Hiermee kunnen deze bedrijven aantonen dat energieverbruik afkomstig is van een specifieke groen gas producent. De certificering van groen gas verloopt via een systeem dat vergelijkbaar is met dat van hernieuwbare stroom. VertiCer, de certificeringsautoriteit, geeft Garanties van Oorsprong (GvO) certificaten uit als 1 MWh gas duurzaam is opgewekt. Op deze GvO staat onder andere de productielocatie, gebruikte reststromen en de CO2-intensiteit.
Het verduurzamingspotentieel van de overstap naar groen gas is aanzienlijk: groen gas zorgt namelijk gemiddeld voor zo’n 50% minder CO2-uitstoot dan aardgas. De precieze uitstoot is afhankelijk van welk materiaal wordt vergist, maar kan worden teruggevonden op de website co2emissiefactoren.nl of op de groen gas certificaten zelf.
Aanvullend kan er gekozen worden voor bepaalde extra keurmerken (Better Biomass of ISCC). Daarmee heeft de koper de garantie dat de feedstock – de verzamelnaam voor het vergistingsmateriaal zoals mest en restafval – is gecertificeerd. Feedstock moet sowieso al voldoen aan strenge wet- en regelgeving, maar met deze aanvullende certificering heb je de zekerheid dat ook de toeleveringsketen van groen gasproductie duurzaam is. Zo verbeter je de traceerbaarheid van de toeleveringsketen van het groen gas dat je afneemt.
Het zakelijk potentieel van groen gas
Groen gas wordt gezien als een kansrijke vervanger van aardgas en kan zelfs op korte termijn in aanzienlijke hoeveelheden beschikbaar zijn – mits er de wil is voor industriële opschaling. Nederland produceert voldoende groene reststromen en ook mest is volop beschikbaar. Momenteel wordt slechts zo’n 5% van de Nederlandse mest vergist. Zelfs als de veestapel krimpt, blijft er meer dan genoeg mest over om groen gasinstallaties te voeden.
Veel provincies zien groen gas-installaties in hun provincie bovendien als belangrijke ondersteuning voor een duurzaam en circulair verdienmodel voor de landbouw en als deeloplossing van de stikstofproblematiek. Tot slot wordt er ondertussen ook gewerkt aan de ontwikkeling van innovatieve productietechnieken met extra potentie voor opschaling, zoals vergassing, waarbij reststromen op veel hogere temperaturen worden verwerkt dan bij vergisting.
De groen gas-uitdaging voor zakelijke afnemers
Toch is opschaling niet de enige uitdaging voor zakelijke afnemers. Vanaf 2026 zal een (flink) deel van zakelijke gasverbruikers voor groen gas waarschijnlijk moeten concurreren met de gebouwde omgeving. Dan gaat de bijmengverplichting van kracht, die nu nog onder behandeling is in de Tweede Kamer. Die heeft als doel ervoor te zorgen dat in 2030 zo’n 20% van het gas dat door Nederlandse leidingen stroomt afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Dat komt volgens de berekeningen neer op zo’n 1,6 miljard m3 (bcm) groen gas. Een aanzienlijk deel van de groen gasproductie is in feite dus ‘voorbestemd’ voor de gebouwde omgeving, waar lang niet alle zakelijke verbruikers onder vallen. En nogmaals, de productiecapaciteit voor al dit benodigde groene gas is er nog niet.
Een geweldige aanvulling in de energietransitie
Zakelijke afnemers kunnen (en moeten) groen gas dus als serieuze en stabiele aanvulling op hun energiemix beschouwen. De overstap naar groen gas begint met bewustwording over hoe deze brandstof past in de energietransitie van een bedrijf. Welke processen worden nu door aardgas aangedreven? Op bewustwording volgt behoefte. En zoals het wel vaker werkt in de economie, komt met vraag de (groene) motor pas écht op gang.
Dit is een bijdrage van Robert Jan de Boer, Product Developer Duurzaam bij ENGIE Zakelijk.